zaterdag 15 maart 2014

One down, Three to go.


Dinsdag ochtend om half zeven gaat de wekker. De eerste les staat gepland om 07:20. Gelukkig is het al zo licht en warm buiten dat opstaan niet echt een probleem vormt. Als ik de deur uitstap zie ik als eerste Samson. Samson, of ook wel Matende genoemd, is Wim’s ‘artist’ dit betekent dat hij alle versieringen op de scholen, gebouwen en waterputten van Wim maakt. Samson is 28 en maandags hadden wij al samen met hem een biertje gedronken in town. Town moet je voor je zien als een doolhof aan zandweggetjes waar hele kleine huisjes omheen staan. Reclame borden en de namen van winkeltjes allemaal gewoon met de hand beschilderd. Ik denk dat er zo’n tiental winkeltjes zijn, allemaal piepklein. In het midden van de straat vind je three-in-one, een café waar je een biertje kunt nuttigen. 
Maar Samson dus, die kwam het terrein op lopen met de kleinste puppy die ik ooit heb gezien, ik denk oprecht nog maar een paar daagjes oud. Oogjes nauwelijks open en een intens schattig koppie. Als ik s’avonds moet gaan slapen hoor ik hem huilen in zijn kooitje. Gisteren was hij samen met zijn vriendje, een andere puppy die diezelfde dag later is gearriveerd, ontstapt uit hun hondenhok en de kleine man was onder het prikkeldraad door de wijde wereld in getrokken. Gelukkig hebben we hem terug gevonden, arme schat.
Dinsdag ochtend 7:20 de aller eerste les. Ze lachen heel veel. Giechelen is eigenlijk een beter woord. Alles wat Niki en Stefan voor doen is gek en grappig. Als ze vervolgens gevraagd wordt alleen iets te spelen of na te doen blijft dat de eerste dagen in iedere groep heel lastig. Als er bijvoorbeeld een voorstelrondje is en de eerste jongen zegt:‘voetballer’ bij favoriete beroep, zeggen ze allemaal ‘voetballer’ bij favoriete beroep. Alsof er een muur staat in hun gedachten die alle dromen en fantasiën afgescheiden houdt. Alsof ze er nooit mee in aanraking zijn gekomen en dus ook niet weten hoe ze die dromen nu moeten stimuleren. 
Wat opvalt bij alle drie de leeftijdscategoriën is dat alle kinderen genieten om Niki en Stefan te zien spelen wanneer ze oefeningen voordoen. Dan gaan de ogen open en moet haast ieder kind wel lachen. Sommige kinderen bekijken het gehele tafereel met iets meer achterdocht maar in de afgelopen week heeft eigenlijk ieder kind wel een keer breed uit gelachen wanneer Niki en Stefan toneelspeelden. Dat vind ik in ieder geval al een hele positieve ontwikkeling, hopelijk betekent het dat ze het toneelspelen van Niki en Stefan steeds normaler gaan vinden waardoor hun eigen fantasie ook geprikkeld zal worden.
Maar hoe prikkel je de fantasie van kinderen die hier nooit mee in aanraking komen. Ze zingen en dansen veel thuis en op school maar bijvoorbeeld tekenen. Ik heb een hele hoop lege ansichtkaarten meegenomen waarop ze mochten tekenen. Als je een leeg velletje papier aan een zes jarige in Nederland geeft dan zal die misschien even vijf minuten na moeten denken maar vraag desnoods: wat is je lievelingsdier of je mag alles tekenen en ze zullen uiteindelijk gaan. Deze kinderen: niks. Ze zaten verlekkerd te kijken naar de kleurpotloden en het lege papier. Ik had gehoopt dat hun verbeelding dan over zou nemen en ze gewoon zouden gaan kleuren. Maar nee, het viel stil. Pas toen de juf vertelde dat het ansichtkaarten die ik naar Nederland zou sturen en dat het leuk zou zijn als ze hun familie zouden tekenen gingen ze allemaal braaf stuk voor stuk hun familie uit tekenen. Natuurlijk zie je dan dat er kinderen zijn die gevoel hebben voor kleur, lef hebben of er juist helemaal geen zin in hebben. Maar het feit dat ze allemaal precies de opdracht van de juf uitvoerden terwijl ze eigenlijk alles mochten tekenen laat zien hoe kort deze kinderen worden gehouden. 

Er zijn drie kinderen, één in iedere klas waar de lessen worden gegeven, en deze kinderen ga ik de komende maanden van iets dichterbij volgen. De afgelopen week heb ik ze een beetje leren kennen maar nog niet heel goed. Dit omdat ze in de groep wel spontaan en open zijn maar in de 1 op 1 gesprekken het nog heel eng vonden. Het is vandaag zaterdag en we gaan straks naar het gezin van Wilfred. Zijn oma, in het kiswahili noem je dat een sjosjo, is blind en zorgt voor vijf weeskinderen. Ik weet niet precies of dit ook echt haar klein kinderen zijn of dat ze een oma is die voor vijf wees kinderen zorgt. In ieder geval spannend en ik ben benieuwd wat we in zo’n huis los weten te maken. Ik hoop vooral dat Wilfred iets zou willen vertellen over de lessen In zo’n huis, waar zijn oma bij is. Samson zal erbij zijn om hier en daar te vertalen. De andere twee kinderen Margaret en Philip zullen we volgende week in het weekend bezoeken. Wat leuk is, is dat Margaret in de lessen ontzettend enthousiast mee doet en al een beetje spel initiatief toont. Ze heeft me al verteld dat ze het liefst docent zou worden en dat haar moeder in de kantine van de school werkt. Een hele lieve vrouw met wie ik de eerste maandag zingend de afwas heb gedaan. Alhoewel, wij probeerden een liedje in kiswahili te zingen maar ontdekten toen dat we de woorden falicant fout zongen.

Op woensdag 12 maart vertrokken we vroeg in de ochtend achterop drie motoren naar Umoja school, een andere maar veel armere school hier in de buurt. Dit was best een confrontatie na de luxe van Tamani hall. Tamani hall is een privé school. De kinderen komen dus of uit betere gezinnen of hebben vanuit Nederland een sponsor waardoor het mogelijk is om naar deze school te kunnen. Maar over het algemeen zijn deze kinderen extreem arm en zouden ze naar geen enkele school kunnen mochten ze geen sponsoring krijgen vanuit Nederland. 
Maar op Umoja school zijn de lokalen een stuk kleiner, de grond een stuk viezer, de school banken jaren ouder, de uniformen simpeler en het is veel en veel warmer dan op Tamani Hall. Maar de kinderen zijn gewoon Keniaase kinderen net als op Tamani. Ook zij giechelen als ze ons zien, schieten in de lach als we ons voorstellen en zijn in eerste instantie ontzettend verlegen. Maar er is één meisje die meteen ontzettend opvalt. Alle school uniformen zijn donkerblauw met lichtblauw maar er is één meisje in een groen geblokt overhemd met een donkergroende rok. Daarnaast had zij bij het eerste korte bezoek aan de school al geen probleem gehad om te laten horen aan ons hoe mooi ze kon zingen en tijdens de toneelles sprong ze overal boven uit. Ze was spontaan en had vooral heel veel lef in het spelen. Misschien was ze tot nu toe zelfs wel de enige die echt durfde te spelen.
Wat wel een verschil was is dat deze groep gemiddeld 13/14 jaar oud waren, de oudste groep op Tamani is 8/9. De oudere kinderen begrepen de opdrachten beter en hadden op een bepaalde manier toch meer schijt om gewoon te doen. Daarnaast lijken ze ook iets expressiever dan de jongere kinderen. Of het lijkt alsof ze daar makkelijker bij kunnen komen dan de kleinere kinderen. Het was in ieder geval een hele positieve ervaring, de les  op Umoja school.
Daarna zijn we samen met Samson vertrokken naar Max’Well. De water put opgedragen aan de opa van Niki’s vriendje, die toevallig ook Max heet. De Well stond er inderdaad redelijk uitgeput bij. De verf afgebladderd en heel veel viezigheid van het overmatige gebruik. Maar na een paar uur schuren en gisteren een aantal uren verven ziet de well eruit als nieuw. Een zware klus als je je bedenkt dat je met 35 graden buiten in de volle zon staat te schilderen maar nu kan ik wel zeggen dat ik samen met twee hele goeie vrienden en een Keniaan genaamd Samson een waterput heb opgeknapt terwijl de plaatselijke bevolking vanuit hun lemen hutje tevoorschijn kwamen om met hun mobiele telefoon, die ze dan dus wel hebben wat me dan toch verbaasd, foto’s te maken van Niki. Want een vrouw, blank en ook nog eens blond die een waterput staat te schilderen. Dat is toch wel heel bijzonder. Ons mee helpen binnen het bedrijf van Wim wordt sowieso door de andere werknemers onder luid gelach toegestaan. Zij begrijpen niet altijd goed hoe wij als meiden zo kunnen werken. Zij zijn toch gewend dat vrouwen koken, wassen en op hun kont zitten. Het meehelpen binnen het bedrijf, zoals het helpen in de school keuken en van de week meewerken aan de nieuwe fietsenstalling zijn fijne afwisselingen binnen het lesgeven.

Maar wees niet bang, we werken ons niet alleen drie slagen in de rondte. Iedere dag na een negen uur durende werkdag vertrekken we rond half vijf naar town voor een welverdiend biertje. Werkoverleg vindt dan altijd even plaats, hoe is het gegaan en wat staat ons morgen weer te wachten. Maar ook iedere middag wordt minstens vijf keer benoemd hoeveel geluk we hebben dit te kunnen doen en hoe fantastisch het is om al die kinderen te zien genieten iedere keer. Ze spelen misschien nog geen Shakespeare, en gaan dat waarschijnlijk nooit doen. Maar ze te zien genieten omdat ze doen alsof er kokosnoten op hun hoofd vallen, dat zijn de eerste stappen in de goede richting. Het is nu te hopen dat hun fantasie open bloeit. Maar hoe dat voor elkaar te krijgen is nog een vraag stuk waar wij hopelijk het antwoord op gaan weten te vinden de komende drie weken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten